Vandaag voltrekt zich de vijfkilometer-wandeling aan het eind van de ochtend onder een stralend blauwe hemel,
een zwakke noordoostelijke wind en een temperatuur van 10° C. Als we met deze windrichting de Jan Gijzenvaart opdraaien komen we in de luwte met een rugwindje.
Op de oever ontwaren we dan een witte vogel waarvan we het silhouet niet kunnen plaatsen bij de ons bekende witte vogels.
Benaderen, inzoomen en foto maken geven snel antwoord: een witte meerkoet. Weliswaar niet extreem zeldzaam, maar wij hadden het nooit eerder gezien.
Een albino is dit niet, maar een meerkoet met een tekort aan pigmentcellen welk verschijnsel leucisme wordt genoemd. Hierbij ontstaan er witte plekken in het verenpak; dat dit bij deze vogel over het hele lijf geldt is dan wel weer uitzonderlijk.
Een leucistische vogel kan het in de natuur zwaarder te verduren hebben. Ze vallen wat buiten de groep, vinden moeilijker een partner en komen moeilijker aan hun voedsel. Het gevolg is vaak dat ze geleerd hebben voor zich zelf op te komen en van zich af te bijten. Overigens was op dit moment bij deze eenling geen enkele sprake van agressiviteit. De vogel was tot op drie meter te benaderen.